woensdag 25 mei 2011

CHARLESTON

Na een korte onderbreking in Myrtle Beach, kwamen we die avond rond een uur of vijf aan in de hostal die we de avond ervoor hadden geboekt omdat we geen Servas familie hadden kunnen vinden in Charleston. De "Not So" Hostal bleek een tegenvaller. Vreemd: nauwelijks twee jaar geleden overnachtten we bijna een jaar lang in dit soort basic hotelletjes (ofte opgewaardeerde jeugdherbergen), en nu vonden we het maar een vieze boel. Soit: we vonden al snel compensatie in de vorm van een heus Belgisch ijssalon, in het centrum van Charleston. 



Wie in de States woont en niet het geld heeft om van Europa te 'proeven', komt naar Charleston. Deze stad lijkt - in het centrum tenminste - een beetje op een sjieke Europese binnenstad. Prachtige gevels, een paar straten met de fameuze kinderkopjes, en vooral heel veel sfeer. Dat wordt nog in de hand gewerkt door water. De stad is letterlijk omringd door water. Een bijzonder mooie brug verbindt de Interstate highway met het historische centrum. 
Charleston is ook het meest zuidelijke punt van onze reis. En daar zijn we blij om: het is hier verdorie warm, misschien wel zo warm als in België! Vooral de combinatie van de hitte en de vochtigheid maken dat je hier geen stap vooruit komt zonder meteen beginnen zweten.

Toch een poging ondernomen in de swamps van de Magnolia Plantations. Het is een gemoedelijke wandeling van een mijl of twee over een soort moerasgebied. Gewapend met een fototoestel en verrekijker (maar helaas niet met een petje op ons hoofd) trokken we naar dit paradijs voor 'birdwatchers' waar we behalve honderden broedvogels, enkele alligators en één gifslang ook gezelschap kregen van een bejaard echtpaar dat al jaar en dag de vogels in dit park observeert. De man had een serieus fototoestel (zie foto) maar helaas geen vaste hand meer. Wat hij wel nog wist: "die alligator zat vorig jaar nog aan de andere kant van deze poel", of "het water heeft nog nooit zo laag gestaan in het moeras" (wat regenval betreft moet Charleston niet onderdoen voor Terkoest).








zondag 22 mei 2011

SOUTHERN BANKS, KILL DEVIL HILLS

We wisten niet dat George Washington de eerste president van de Verenigde Staten was. We wisten ook niet dat rond deze tijd van het jaar alle laatste jaars van het middelbaar hun 'prom night' hebben. Dat is een feestje waarbij iedereen er op zijn best uit ziet: de heren in smoking en de dames in avondjurk. Vaak lopen die dames bijzonder ongemakkelijk rond op naaldhakken en is de make up op hun gezicht redelijk lachwekkend. En we wisten vooral niet dat de oostkust vanaf New York bezaaid ligt met een lange en bijzonder smalle strook van eilandjes, ze noemen het ook de Barrier Islands. Die smalle strook beschermt de eigenlijke oostkust tegen stormen en - we gaan bijna het seizoen in - hurricanes. Iets beneden Washington DC gingen we op zoek naar de Outer Banks, een smalle strook van 320 km die langsheen heel de kust van North Carolina loopt. Eigenlijk is dat 320 kilometer zandstrand, enkel onderbroken door hier en daar een vuurtoren en een weg met een eindeloos aantal bruggen die in het midden van de eilandjes loopt. 



We boekten een hotel langs het strand in Kill Devil Hills, een laid back plaatsje waar we slechts één avond verbleven. Een paar uur daarvan zaten we in een restaurant waar de porties zo gigantisch groot waren dat de ober als vanzelf met isomo bakjes kwam aanzetten toen bleek dat we niet eens de helft hadden opgekregen. In datzelfde restaurant hadden ze ook de vreemde gewoonte om klanten liedjes te laten zingen door een microfoon. Karaoke, dus. Ik begrijp niet wat mensen daar in zien, maar Ingrid had daar veel meer goesting in dan in een dessert. Een liedje van The Carpenters en Carly Simon later hielden we het voor bekeken. De volgende dag bezochten we nog het museum van de gebroeders Wright. De allereerste succesvolle vlucht met een propellor aangedreven vliegtuig (30 seconden in de lucht gebleven) staat op naam van deze broertjes. Hun vlucht vertrok (en kwam ook aan), precies, in Kill Devil Hills. Waarom precies hier? Wel, er staat altijd een strakke wind uit dezelfde richting, én als je valt, maakt niet uit waar, val je altijd op zachte duinen.