woensdag 20 oktober 2010

De Vliegeraar

Gisteren mooie foto's gevonden op de blog? Wel, dan ben je nu klaar
voor een beetje contrast.

Als je zoals ik als coöperant in een derde wereld land gaat werken, is
het gebruikelijk dat de directeur van de organisatie waar je zal
worden ingezet je komt ophalen aan de luchthaven.
En zo verging het ook mij. Op donderdagavond 14 oktober, om 17u45
plaatselijke tijd - de zon ging net helemaal onder - ontmoette ik
Ronald aan een ietwat vreemde ophaalpost buiten aan de luchthaven. Ik
zou al kunnen beginnen vertellen over de chaos die er heerst binnen in
de geïmproviseerde luchthavenhal - de eigenlijke onthaalruimte is
ingestort na de aardbeving op 12 januari - maar ach, als je dertig uur
daarvoor al bent beginnen stressen op de periphérique rond Parijs
omdat die door de stakingen helemaal dicht zat, dan maakt zo'n
akkefietje als het vergeten van een stempel in mijn paspoort door de
douanebeambte geen verschil meer. Het consulaat moet straks mijn
illegaal verblijf in Haïti maar rechtzetten.
Ronald dus. We rijden naar zijn huis want ik zal er de volgende week
verblijven temidden zijn gezin. De woning ligt 20 km verwijderd van de
luchthaven maar omdat het spitsuur is, doen we anderhalf uur over het
traject. Daarna maak ik kennis met de familie: dochter, zoon, moeder,
schoonmoeder, en drie geadopteerde dochters. Die drie zijn niet echt
geadopteerd in de zin zoals wij dat thuis kennen, maar omdat hun
ouders overleden zijn, hebben Ronald en zijn vrouw zich over hen
ontfermd. Zo gaat dat. Ronalds' moeder is zwaar diabeet maar ook
praatziek en wil me al die zelfde avond leren hoe "diabetisch" in het
Kreools klinkt. Eerlijk, ik ben het alweer vergeten. Ik krijg een
kamer toegewezen en een badkamer. Ik neem meteen een douche. Of beter:
ik schep meteen met een emmertje wat water uit een tuil en giet het
over mij. Ondertussen opletten dat ik de kaars niet omver duw.

Twee weken geleden joeg een hevige tornado over Port-au-Prince en
sindsdien zit de gemeente waar Ronald woont zonder electriciteit. Nu
valt dat wel vaker voor, zo'n electriciteitspanne, en dat is op zich
niet erg. De meeste gezinnen die het zich kunnen permitteren kopen een
"inverter", dat is een soort megagrote herlaadbare batterijenset van
120 volt. Daarmee kan je tot drie dagen zonder stroom overbruggen.
Maar die drie dagen zijn dus al lang voorbij. Maar sommigen, waaronder
Ronald, hebben een tweede backup systeem in huis in de vorm van een
generator die de batterijen weer kan opladen indien de stroom langer
dan drie dagen uit valt. Jammer genoeg is de zware dieselgenerator van
Ronald kapot, waardoor er letterlijk niets meer is: geen koelkast,
geen licht, geen tv, geen radio, geen computer, geen airco, geen
ventilator, geen telefoon, geen internet. En ook geen water meer uit
de kraan of uit de douche. Want Ronald heeft zijn eigen waterput, maar
de pomp werkt op electriciteit. Nu komt er iedere morgen om half zes
een werkman langs om vijfhonderd liter water manueel op te pompen en
dat in tuilen te zetten in de diverse badkamers en de keuken. Het
water dat gebruikt wordt om te drinken komt in aparte afsluitbare
kannen, waar Ronald een chloortablet aan toevoegt. Als je het koud
drinkt, proef je dat niet. Om de twee dagen rijdt Ronald naar de markt
om ijs te kopen om twee grote koelboxen te vullen. Ze hebben twee
auto's, beide pickup trucks, maar eentje ervan rijdt al een maand niet
meer. Iets met de remmen, en ze wachten op vervangstukken.

Het gezin klaagt daar allemaal niet over.

Het leven valt, om het samen te vatten, helemaal stil als je thuis
blijft. En dat doe ik ook de hele zaterdag en een groot stuk van de
zondag. Ik zet me met een boek - "De Vliegeraar" van Khaled Hosseini -
in een schommelstoel onder de grote amandelboom in de tuin van het
huis en lees het bijna in één ruk uit. Een fantastisch verhaal waarin
de verschrikkingen van de Taliban worden afgeschilderd tegen een
verhaal van twee jongens die volwassen worden. Op het eind zoekt het
hoofdpersonage loutering door een kind uit de oorlog in Afghanistan
weg te plukken. Op bladzijde 332 staat een interessante zin, een
doordenkertje. "En aldus staken we ongeveer een week later een baan
warm, zwart asfalt over en bracht ik Hassans zoon van Afghanistan naar
Amerika, waarmee ik hem optilde uit de zekerheid van de chaos en liet
vallen in de chaos van de onzekerheid."

En als we nu eens Afghanistan zouden vervangen door Haïti en Amerika
door België?

dinsdag 19 oktober 2010

Deze morgen om half zeven aan het strand

Ik ben aangekomen en heb de afgelopen zes dagen te veel indrukken moeten verwerken om tot één verhaal te bundelen. Dan maar een paar foto's. Ook dit is Haïti - voor heel even maar.