zondag 30 januari 2011

Vier caoutchous en rijden maar

Nu Ingrid thuis is, en de bagage is aangekomen, én mijn Permis de Séjour bijna rond is, is het tijd geworden om een nieuw varkentje te wassen: de auto.


Een caoutchou is Kreools voor band. Aan die band hangt een amortisseur, een beetje dieper onder de auto vind je de bras de suspension en alles wordt bij elkaar gehouden aan de pont. Wie een auto koopt in Haïti moet vooral onder de auto kijken.


Even de pro's en contra's van een auto oplijsten.

We hebben een auto nodig om verschillende redenen. 

Ten eerste is het openbaar vervoer in Haïti zo goed als onbestaande. Het berust volledig op privé initiatieven. In de grote steden bestaat een systeem van TapTaps: het is goedkoop maar daarmee is het dan ook gezegd. Varkens worden in België op een fatsoenlijkere manier vervoerd. Punt uit.

Ten tweede hebben we een auto nodig om boodschappen te doen. We kunnen onze groenten en fruit op straat kopen, maar we moeten toch minstens één keer in de week naar een grotere supermarkt kunnen gaan. Tot nu toe doen we altijd beroep op de zus van Joe, maar zij is bijlange niet altijd beschikbaar, we kunnen enkel met haar mee als zij in de buurt is en zelf van plan is te gaan winkelen. Een paar keer zijn Joe en ik met onze grote rugzak boodschappen gaan doen met de TapTap, maar dat is eigenlijk onbegonnen werk. 

Ten derde is Port au Prince niet zo een aangename stad (het understatement van de dag!). We willen toch zeker twee keer per maand kunnen 'ademen' op een plek die wat rustiger is. Daar heb je een auto voor nodig. Het zou ook wat lucht geven aan de berichtjes op deze blog. Zo ver ik me herinner was het laatste positieve bericht er eentje vanuit Jacmel. Juist, we moeten ons kunnen verplaatsen om de thuisblijvende lezer te vriend te houden:)

We hebben geen auto nodig om verschillende redenen.

Ten eerste heeft het eigenlijk geen enkele zin om binnen Port au Prince verplaatsingen te doen met de auto. Als ik met de mototaxi naar mijn werk ga, doe ik er 25 minuten over. Als ik datzelfde traject met de auto zou doen, ben ik een uur onderweg. Het gaat hem over pakweg vijf kilometer, maar de weg is zodanig slecht en het verkeer vreselijk druk (één mierennest van auto's: degene die rijden zijn allemaal aan het claxonneren, degene die in panne staan toeteren niet maar houden de rest tegen) dat alles elke dag potvast zit tussen 7 uur s'ochtends en 7  uur s'avonds. Op 1 april gaat onze organisatie verhuizen (dit was zowiezo een tijdelijk onderkomen na de aardbeving, het huurcontract eindigt op 31 maart) en ik hou mijn hart vast hoe de nieuwe route naar de nieuwe - nog onbekende - bestemming er dan zal uit zien.

Ten tweede kost een auto veel geld en kan het alleen maar meer geld gaan kosten. Een auto van twintig jaar oud kost hier 5000 USD. Dat is ongeveer het maximale budget dat ik kan uitgeven. Hoe betrouwbaar denk je dat een auto van die leeftijd is in Haïti? Gelukkig hebben de meeste een lang leven achter de rug op de vlakgestreken geasfalteerde wegen in Miami en werden ze pas op hun vijftiende naar Haïti geëxporteerd, maar toch vrees ik dat de putten en builen in de Haïtiaanse wegen er niet lang over doen om zelfs de meest robuuste Toyota Landcruiser te vernielen. Op de hoofdweg tussen Port au Prince en Pétionville - er passeren dagelijks duizenden auto's op dat stuk - zit al sinds ik de weg ken een gat in het midden van de weg ter grootte van een riooldeksel. Enfin, het is ook gewoonweg een riooldeksel die ontbreekt. Het gat is een anderhalve meter diep, wie er in tuimelt, komt in de riool en bij de ratten terecht. Het gat ligt net achter een bocht en ik wil er volgende week een reportage gaan draaien want volgens mij hebben de 'ti marchants' - de kleine straatwinkeltjes - best wel hallucinante verhalen over moto's die er verongelukken en auto's die er hun voortrein finaal in de prak rijden. Wedden dat er eentje is die de doden turft?

Ten derde ben ik het beu om telkens een mecaniciën naar de auto te laten kijken die me vervolgens een rib probeert uit te trekken. De eerste mecaniciën die naar de eerste auto keek die ik wilde kopen (een Isuzu Trooper V6 jeep), vroeg langs de telefoon 100 dollar om de auto te evalueren. Dat bleken achteraf niet de 100 Haïtiaanse dollar te zijn waar ik aan dacht, maar wel 100 Amerikaanse dollar. De tweede mecaniciën die naar de tweede auto keek die ik interessant vond (een Toyota 4Runner SR5 V6 jeep), wilde aan de telefoon geen prijs bespreken, kwam vervolgens tot op kantoor en wilde ook daar geen prijs bespreken, reed vervolgens toerkes met de auto en vertelde me helemaal aan het eind dat ik hem 1000 gourdes schuldig was voor de geleverde diensten. Ik weigerde. Dat was dus de tweede afzetter op een totaal van twee auto's. Ik stel me voor hoe het afzetten verder gaat bij de mannen van de verzekeringen, bij de mannen van de in verkeer stelling en ga zo maar door.


De Isuzu
De kont van de Toyota 4Runner
Toyota 4Runner, zijzicht

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.