zondag 30 januari 2011

Zegt de douane-officier: 'Dat zijn twee flessen champagne en vijf zakken chips te veel hé mijnheer'


Het onmogelijke is geschied: we hebben onze 70 kilo extra bagage die Ingrid heeft nagestuurd al een week na aankomst uit de douane kunnen halen. En het heeft ons maar anderhalve dag en bij elkaar geteld 110 USD gekost!

Ik was op het ergste voorbereid. De horrorverhalen die ik nu al drie maanden hoor over het vrij krijgen van toegekomen colli's tartte elke verbeelding. Al naargelang de verhalen van diverse coöperanten van Broederlijk Delen hadden ze twee volle dagen moeten aanschuiven (van het kastje naar de muur uiteraard) en tussen de 100 en 400 euro 'onder tafel' moeten toeschuiven om de levering enigszins te bespoedigen. Ik ben als de dood voor corrupte officieren of dubieuze handlangers die er alles aan doen om de blanke die voor hen staat tot op zijn of haar onderbroek te pluimen. Na verschillende consultaties bij collega's had ik het volgende plan opgevat: ik vraag hulp aan Gotson, de directeur van Groupe Médialternatif. Hij kende iemand binnen het wereldje. Als dat niet werkt, vraag ik het aan de broer van Joe. Hij zìt in het wereldje. En als we de colli's daarna nog niet loskrijgen, dan schakel ik de ereconsul in. België heeft geen ambassade in Haïti, maar wel een consulaat. De consul is franstalig en eigenlijk te ziek om zijn functie nog waar te nemen, de ereconsul is nederlandstalig maar zit heel veel in Miami. 




Uiteindelijk kreeg ik de klus gedaan in één volle namiddag. Dat heb ik vooral te danken aan mijn partner-in-crime: Wilzair, de chauffeur van Groupe Médialternatif. Ik had hem vooraf heetgestookt en hem beloofd om zijn carnavalsliedje op te nemen en te monteren tot een videoclip als hij mij voorbij alle raceteurs (de mannen die je hun diensten al aanbieden zodra je een voet buiten de auto zet op het terrein van de douane) en brokers (dat zijn zogenaamd officiële raceteurs met een sjiek naamkaartje en een vaste handdruk en een stralende glimlach en een torenhoge factuur) zou kunnen loodsen. Wilzair is namelijk buiten zijn uren als chauffeur ook nog loodgieter en artiest. Hij heeft een carnavalsliedje gemaakt over Aids (?) en au fond gaat het erover dat het leven niet stopt als je aids hebt.



Enfin we zijn er dus in geslaagd om het gespuis van ons af te schudden en in min of meer directe lijn naar het officiële kantoor van Immigration te gaan, waar een mijnheer met een officiële badge en een t-shirt met opdruk "Immigration Haïti: la lutte contre la contre-bande" (de strijd tegen de smokkel) ons met vaste hand begeleidde tot we twee autoritten verder (alle kantoren en opslagplaatsen van colli's liggen als een puzzel rond de luchthaven gespreid) uiteindelijk in een hangar terechtkwamen waar effectief onze twee kartonnen dozen in een rek lagen.



Daarna volgde een tamelijk vernederend rondje pottekijken: vijf officieren kwamen rond de dozen staan en haalden er alles uit. Het begon van boven, met diverse zakjes paprika chips (Ingrid had de lege gaten opgevuld met chips en pakjes papieren zakdoeken). Eén officier zat op een stoel, bekeek de zakjes chips zeer grondig, en noteerde toen iets op een leeg blad papier. Daarna noteerde de man ook de twee flessen cava - hij vroeg zijn collega's hem het jaar van productie op te zoeken op het etiket - en verder twintig kapstokken en ga zo maar door.  Na tien minuten - ze waren klaar met de eerste doos en wierpen een vieze blik in de tweede doos - hielden ze er mee op. Het papier was ook aan twee kanten volgeschreven en ik denk dat hij geen tweede blad had. 




Ik dacht dat ik nu mijn bagage wel in de auto kon laden. Tarara.
Het dossier groeide ondertussen uit tot een flinke twintig pagina's, ik weet niet hoeveel stempels er wel niet moeten op hebben gestaan. De man van Immigration reed met dat hele dossier en met ons maar zonder de bagage terug naar het hoofdkantoor waar ik ondertussen dringend een Prestige (hét bier van Haïti) nodig had. Na nog eens een kwartier rekenwerk moest ik in totaal een dikke 4000 gourdes betalen om de bagage vrij te krijgen. 





Wij terug naar de hangar waar de bagage stond. Maar die jongens daar hadden er de brui aan gegeven. Barrière gesloten! Niks aan te doen, het zou niet voor vandaag zijn.

De volgende ochtend is Ingrid dan met Wilzair terug gereden naar de douane, en na tien minuten stond de bagage in de auto.

Die avond dronken we de eerste fles Cava met veel plezier en redelijk snel leeg.

1 opmerking:

  1. Wat zijn me dat boeiende avonturen waar je toch stalen zenuwen moet voor aankweken anders lukt het nooit om het daar vol te houden. En wij maar klagen van ons Belgikske. Onze mensen zouden allemaal eens een paar maanden in die situaties moeten leven dan zouden ze een ander liedje zingen. Geniet er niettegenstaande van en zeker van het lekker warm zonnetje en de komende carnaval.
    papa

    BeantwoordenVerwijderen

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.