Alle hotels zitten vol met journalisten. En alle kerken met Haïtianen.
President (nog tot 7 februari) Preval heeft 12 januari tot een nationale dag van rouw uitgeroepen. Vertaald naar de praktijk: niemand moet gaan werken. Dat valt overigens niet zo erg op in een land met 75 % werkloosheid onder de actieve bevolking.
Vandaag is het exact een jaar geleden dat op 300.000 mensen het leven lieten in een vreselijke aardbeving.
Ik ging kijken aan het presidentieel paleis en op het grote plein 'Champs de Mars'. Een massa volk op de been, veel camera's en opvallend veel blanken. Dus ook opvallend veel bedelaars en verkopers die petjes en rieten hoeden proberen te verkopen aan blanken die vechten tegen zonnebrand. Veel muziek ook.
De rouw is voorbij. Mensen zingen en dansen in kerken, de dienst duurt soms wel drie uur lang.
In plaats van rouw is nu woede gekomen. Er werden miljoenen dollars ingezameld, en tot nu toe is daar nog bijna niets van naar de Haïtiaanse bevolking gegaan.
Om precies zeven minuten voor vijf in de namiddag gebeurde er deze keer gelukkig niks. Ik stond op mijn terras en nam een foto, op de minuut precies een jaar nadat het nemen van diezelfde foto allicht een onscherp beeld zou hebben opgeleverd. Muren bleven staan. De zon ging ongegeneerd onder. Vandaag zou niemand sterven.
Ik maakte een video slideshow op basis van enkele foto's die mijn organisatie op 13 januari vroeg in de ochtend nam.
Toch nog even een link meegeven naar de persoonlijke belevenis van Joris, een collega van mij die de aardbeving van op zijn dakterras meemaakte. Hallucinant.
Toch nog even een link meegeven naar de persoonlijke belevenis van Joris, een collega van mij die de aardbeving van op zijn dakterras meemaakte. Hallucinant.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.